Portefeuillehouder
Die Steven, van



Toelichting

O

Kwaliteit

De Serviceorganisatie Jeugd (SOJ) en de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) voeren sinds 1 januari 2015 voor Hendrik-Ido-Ambacht een deel van de Jeugd- en Wmo-taken uit. Bij de voorbereidingen op de decentralisaties was de aanname dat met transformatie en innovatie de instroom in zware zorg zou verminderen, en daarmee de afname van de rijksmiddelen zou worden opgevangen.

Jeugdhulp

In plaats van een afname of stabilisatie van het aantal cliënten in de jeugdhulp, zien we in 2017 een stijging van de zorgvraag. In de eerste maanden van het jaar werd al vroeg duidelijk dat het budget voor jeugdhulp ook dit jaar ontoereikend zou zijn. In maart waren al 16 cliëntenstops ingesteld vanwege het bereiken van het budgetplafond. Om in 2017 de continuïteit van de jeugdhulp te waarborgen heeft het Algemeen Bestuur (AB)  in 2017 eenmalig € 5,4 miljoen extra beschikbaar gesteld voor de regionale zorgmarkt. Dit wordt gedekt vanuit een extra financiële bijdrage van de 17 gemeenten. Hiervoor is een begrotingswijziging opgesteld die voor een zienswijze aan de gemeenteraden is voorgelegd. Voor Hendrik-Ido-Ambacht betekent dit in 2017 een extra last van € 280.583.

De Serviceorganisatie heeft in de tweede helft van 2017, in opdracht van het AB, een Meerjarenperspectief 2018-2021 opgesteld met daaraan een realistische begroting gekoppeld. Het meerjarenperspectief stippelt een koers uit die ertoe moeten leiden dat de jeugdhulp in onze regio transformeert en in een aantal jaren binnen de financiële kaders van de rijksbijdrage komt.  Uitgangspunt in het Meerjarenperspectief is een verschuiving naar de 'voorkant': voor de individuele gemeenten ontstaan zo meer sturingsmogelijkheden. Inzet is om in 2022 uit te komen met de middelen die het Rijk beschikbaar stelt.  De interventies liggen op drie niveaus, te weten het preventieve voorveld, de toegang tot de specialistische jeugdhulp en de regionale zorgmarkt. Deze interventies hebben een sterke onderlinge relatie;  een integrale benadering is dus van belang.

Wmo

Ook in 2017 heeft de SDD veel aandacht besteed aan een verdere transformatie van de Wmo. Primaire insteek bij deze transformatie is kwaliteitsverbetering en keuzevrijheid voor de klant. Belangrijk uitgangspunt bij de transformatie van de Wmo is dat de cliëntervaringen niet verslechteren. Uit onderzoek blijkt dat cliënten van de Wmo nog steeds voornamelijk positief zijn. Een van de producten waar aan gewerkt werd,is de dagbesteding. Samen met de zorgaanbieders zijn twee nieuwe varianten ontwikkeld: belevingsgericht intensief en arbeidsmatig intensief. Voor beschermd wonen wordt de transformatie (per juli 2017) onder verantwoordelijkheid van centrumgemeente Dordrecht ingevoerd.

De ontwikkeling van Wmo maatwerkvoorzieningen blijft moeilijk te duiden. Het aantal personen dat gebruik maakt van individuele begeleiding en dagbesteding blijft vanaf medio 2016 stijgen. Het aantal personen dat gebruik maakt van huishoudelijke ondersteuning lijkt te stabiliseren. In de eerste helft van 2017 heeft de SDD de Wmo geëvalueerd. Daarbij is onder andere gekeken naar de redenen van de bestandsontwikkeling huishoudelijke ondersteuning, individuele begeleiding en dagbesteding. Ook zijn de effecten van de eerder genomen maatregelen met betrekking tot de eigen bijdragen onderzocht.

In 2015 en 2016 kenden we financiële overschotten op de Wmo. In 2017 zien we echter dat het Wmo budget onder druk staat. Bij de meicirculaire 2017 werd duidelijk dat de middelen die vanuit het Rijk beschikbaar worden gesteld, voor 2017 en komende jaren enigszins stijgen. Voor 2017 heeft dit, naast de loon- en prijscompensatie, onder andere te maken met het onderbrengen van huishoudelijke ondersteuning voor Wlz cliënten naar de Wet Langdurige Zorg (Wlz).