Financiële begroting

1. Inleiding

Terug naar navigatie - 1. Inleiding

De financiële begroting bevat een nadere toelichting op de financiële positie van de gemeente. De toelichting begint met een uiteenzetting over de ontwikkeling van de financiële positie na vaststelling van de meerjarenbegroting 2021 en verder. Vervolgens komen een aantal specifieke financiële aspecten aan de orde, zoals het totaal van baten en lasten per programma, de incidentele baten en lasten, een samenvatting van nieuwe en/of geïntensiveerde exploitatiekosten, investeringen en de reservepositie.

NB In alle financiële tabellen zijn de bedragen afgerond op duizendtallen. Hierdoor kunnen in enkele eindtellingen afrondingsverschillen ontstaan. Dit heeft geen invloed op de daadwerkelijke cijfers.

2. Ontwikkeling financiële positie

Terug naar navigatie - 2. Ontwikkeling financiële positie

Van Meerjarenbegroting 2021 naar Meerjarenbegroting 2022

Het financiële overzicht ziet er als volgt uit:

 

Tabel 1

- = Voordelig (*€1.000)

2022

2023

2024

2025

Saldo meerjarenbegroting 2021

-363

8

23

-268

 

Kadernota 2022-2025

 

497

 

428

 

423

 

930

Saldo na Kadernota

-251

165

254

77

 

Algemene uitkering

 

-353

 

-45

 

244

 

85

Jeugdmiddelen 1,3 miljard

-2.300

-1.435

-1.325

-1.175

SOJ nivo 1e burap 2021

438

348

325

295

DG&J

20

55

55

55

tekort ink. SDD

106

pm

pm

pm

Verhoging afvalstoffenheffing

-122

-122

-122

-122

Nieuwe verdeelsystematiek SDD

 

75

150

225

Stelpost toekomstige ombuigingen

1.500

750

 

 

Groot onderhoud ponton etc

400

 

 

 

Diversen

-41

-216

6

-90

Saldo begroting 2022-2025

-218

-154

-221

-83

 

Incidentele baten en lasten

 

-306

 

-289

 

-119

 

-177

Structureel en reëel resultaat

-524

-443

-340

-260

Toelichting
Algemene uitkering: Dit is de uitwerking van de meicirculaire 2021.

Jeugd 1,3 miljard: Het Rijk heeft voor 2022 1,3 miljard aan extra middelen jeugd toegekend. Voor de daaropvolgende jaren mag er van de provincie met 75% van de berekende (aflopende) extra structurele middelen rekening worden gehouden vooruitlopend op de definitieve besluitvorming door het nieuwe kabinet.

SOJ nivo 1e burap 2021: In onze begroting 2022 hebben wij voor de SOJ de volgende lijn aangehouden:

  • voor 2022 het nivo van de 1e burap 2021 SOJ
  • voor de jaren erna: een verlaging van de kosten t.o.v. die 1e burap in hetzelfde tempo die het Rijk vooralsnog heeft aangehouden voor de extra jeugdmiddelen. Concreet voor HIA bijdrage 2025 220.000 lager dan 2022.

DG&J: Aanpassing aan de laatste begroting 2022 van de DG&J.

Tekort ink. SDD: In de Kadernota 2022 was het tekort op de rijksmiddelen voor inkomensondersteuning nog niet verwerkt.
N.B. Conform de Kadernota 2022 wordt in onze begroting de zogenaamde groene lijn SDD gevolgd, d.w.z. 2% cumulatief onder de zog. reële raming. In absolute bedragen circa 8 ton in jaarschijf 2025.
Verhoging afvalstoffenheffing: De afvalstoffenheffing is niet kostendekkend, daarom wordt voorgesteld om vanaf 2022 de afvalstoffenheffing met 10 euro per huishouden extra te verhogen.
Nieuwe verdeelsystematiek SDD: Binnen de regio is een projectgroep bezig met de de nieuwe verdeelsleutels voor de kosten van de SDD. Dit voorstel komt in het 3e kwartaal in de Drechtraad. De cijfers zijn gebaseerd op de overeenstemming van de wethouders Financiën en Sociaal, incl. een ingroei termijn in 4 jaar.

Stelpost toekomstige ombuigingen: De herijking van het gemeentefonds laat een negatief scenario zien. Om in de toekomst voldoende tijd te hebben om voor ombuigingsvoorstellen en een ingroei termijn, stellen we voor hier in 2022 en 2023 geld voor te reserveren.


Groot onderhoud ponton etc: Het ponton van de waterbus heeft groot onderhoud nodig, dit wordt regionaal opgepakt. Daarnaast moet er onderhoud plaatsvinden aan de Ridderhal en Cascade.


Diversen: Diverse kleine aanpassingen.

Uitgangspunten

Tabel 2

 

 

2022

2023

2024

2025

Woningprognose

12.651

12.853

12.995

13.380

Inwonerprognose

31.995

32.388

32.746

33.716

Prijsstijging

1,5%

0,0%

0,0%

0,0%

Subsidies

1,4%

0,0%

0,0%

0,0%

Loonstijging

1,3%

0,0%

0,0%

0,0%

Omslagrente

0,5%

0,5%

0,8%

0,8%

Kapitaallasten

Annuïtair

Annuïtair

Annuïtair

Annuïtair

Algemene uitkering

(meicirculaire)

Lopende prijzen

Constante prijzen

Constante prijzen

Constante prijzen

Van realisatie 2020 naar begroting 2021 naar begroting 2022.
In navolgend overzicht worden aanmerkelijke verschillen tussen de begroting 2022 en de begroting 2021 en realisatie 2020 toegelicht. Een aanmerkelijk verschil is een verschil groter dan € 50.000 op taakveldniveau.

 

 

Toelichting: 1. Sociaal, Welzijn en Educatie

Terug naar navigatie - Toelichting: 1. Sociaal, Welzijn en Educatie

Verschil begroting 2022 t.o.v. begroting 2021:

Onderwijshuisvesting: De kapitaallasten zijn in 2022 € 176.000 lager begroot ten opzichte van 2021.

Onderwijsbeleid en leerlingenzaken: In 2022 zijn de toegerekende salarislasten hoger begroot dan in 2021.

Sportaccommodaties: In 2021 is een specifieke uitkering stimulering sport ontvangen. Het bedrag dat ten gunste van dit taakveld komt, bedraagt € 51.000 en staat zowel bij de inkomsten als de uitgaven begroot. Voor de kantplankvoorziening (planken die zorgen dat de rubberen korreltjes zich niet verplaatsen over het sportpark) en de randzaken van veld B vv IFC is in 2021 € 51.000 begroot. In 2021 staat de afboeking van de boekwaarde van de toplaag van veld 2 begroot van € 35.000.
Omdat de sporthallen (Sophiahal en Ridderhal) en zwembad De Louwert in 2020 nog niet waren getaxeerd voor de WOZ-waarde, waren er in 2020 geen aanslagen ontvangen. Deze lasten (€ 57.000) staan daarom begroot in 2021.

Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie: In 2021 is een bedrag van € 98.000 begroot voor noodsteun aan stichting Cascade.
(Openlucht) recreatie: In 2021 staan bedragen begroot voor de aanpak van speelruimtes (€ 250.000), het vervangen van speeltoestellen (€ 47.000) en het renoveren van een speeltuintje aan de Steenbakkerstraat (€ 45.000).

Samenkracht en burgerparticipatie: In 2021 waren kosten begroot voor de pilot veranderopgave inburgering (€ 150.000) en de invoeringskosten van de Wet Inburgering € 60.000). In 2020 was voor het preventieplan een bedrag beschikbaar gesteld voor de acties 2020 en 2021. Voor de acties 2021 is een bedrag begroot van € 116.000.

Wijkteams: In 2020 was voor het preventieplan een bedrag beschikbaar gesteld voor de acties 2020 en 2021. Voor de acties 2021 is een bedrag begroot van € 174.000 waarvan een bedrag van € 86.000 wordt gedekt door een ontvangen subsidie koplopers cliëntondersteuning. Een verschil van € 42.000 wordt veroorzaakt door de bijdrage aan de jeugdteams.

Inkomensregelingen: De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de SDD. Het betreft de inkomensondersteuning en uitvoeringstaken van de SDD voor inkomensregelingen.
Vanuit het rijk krijgen we meer geld voor inkomensondersteuning.

Arbeidsparticipatie: De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de SDD. Het betreft hier de kosten voor arbeidsparticipatie.

Maatwerkvoorzieningen (WMO): De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de SDD. De extra bijdrage van € 150.000 voor 2021, zoals opgenomen in de Kadernota 2022 is nog niet verdeeld naar taakveld, maar volledig op dit taakveld opgenomen.

Maatwerkdienstverlening 18+: De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de SDD. Dit betreft met name extra lasten voor WMO huishoudelijke hulp.

Maatwerkdienstverlening 18-: Het verschil wordt veroorzaakt door het verschil in de begroting van de Serviceorganisatie Jeugd.

Geëscaleerde zorg 18-: Het verschil wordt veroorzaakt door het verschil in de begroting van de Serviceorganisatie Jeugd.

Volksgezondheid: De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de Dienst Gezondheid en Jeugd.

Verschil begroting 2022 t.o.v. realisatie 2020:

Onderwijshuisvesting: In 2020 waren kosten gemaakt (€ 31.000) voor de verhuizing van de Willem de Zwijgerschool naar Kruiswiel en is de boekwaarde van de Willem de Zwijgerschool afgeboekt naar lagere marktwaarde. Afgeboekt is een bedrag van € 135.000.
Sportbeleid en activering: In 2022 zijn de toegekende salarislasten € 47.000 hoger begroot dan in 2020 werkelijk is toegerekend.

Sportaccommodaties: In 2020 is voor het buitenbad van zwembad de Louwert totaal € 30.000 ontvangen aan schade-uitkeringen. Voor het onderhoud van sportpark Schildman is in 2020 een specifieke uitkering stimulering sport ontvangen van € 28.000.

Samenkracht en burgerparticipatie: Door corona waren in 2020 de kosten van inspecties kinderopvang (€ 25.000) en leefbaarheid (€ 20.000) lager. In 2020 waren de toegerekende salarislasten € 186.000 lager dan begroot in 2022 maar werd er op een openstaande vacature ingehuurd voor een bedrag van € 40.000.

Wijkteams: De kosten voor cliëntondersteuning, ondersteuning en waardering mantelzorgers en het Sociaal Wijkteam waren in 2020 totaal € 77.000 lager dan begroot in 2022. In 2020 zijn de lasten voor het Jeugdteam € 241.000 hoger dan begroot in 2022.

Inkomensregelingen: De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de SDD. Het betreft de inkomensondersteuning en uitvoeringstaken van de SDD voor inkomensregelingen. In 2020 hebben we extra uitgaven en inkomsten van het rijk door de Tozo-regeling.

Begeleide participatie: De bijdrage aan Drechtwerk is in 2022 lager dan in 2020.

Arbeidsparticipatie: De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de SDD. Het betreft hier de kosten voor arbeidsparticipatie.

Maatwerkvoorzieningen (WMO): De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de SDD. Het betreft hier een hogere bijdrage voor WMO hulpmiddelen.

Maatwerkdienstverlening 18+: De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de SDD. Dit betreft extra lasten voor WMO huishoudelijke hulp en de WMO Begeleiding en kortdurend verblijf.

Maatwerkdienstverlening 18-: Het verschil wordt veroorzaakt door het verschil in de begroting van de Serviceorganisatie Jeugd.

Geëscaleerde zorg 18-: Het verschil wordt veroorzaakt door het verschil in de begroting van de Serviceorganisatie Jeugd.

Volksgezondheid: De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de Dienst Gezondheid en Jeugd. Als gevolg van een openstaande vacature is in 2020 voor een bedrag van
127.000 extern ingehuurd ten laste van dit taakveld.

Toelichting: 2. Ruimtelijke ordening, economie en wonen

Terug naar navigatie - Toelichting: 2. Ruimtelijke ordening, economie en wonen

Verschil begroting 2022 t.o.v. begroting 2021:

Beheer overige gebouwen en gronden: In 2021 waren uitgaven begroot voor aanvullende onderzoeken en het dichttimmeren van de voormalige Willem de Zwijgerschool (€ 33.000) en voor het project Margrietschool voor de aansluiting op het openbaar gebied (€ 20.000).

Economische ontwikkeling: In 2021 was € 50.000 begroot voor de oprichting van een ondernemersfonds.

Fysieke bedrijfsinfrastructuur: De bedragen bestaan uit de geraamde kosten en opbrengsten van de grondexploitaties Ambachtsezoom en Genieterrein-waterbusplein. Deze lasten en baten verschillen doordat de projecten in ontwikkeling zijn. De verschillen lopen binnen het programma budgettair neutraal. Voor de grondexploitatie Genieterrein-waterbusplein is in 2021 een voorzien verlies geraamd van € 2.487.349.

Milieubeheer: In 2021 zijn twee specifieke uitkeringen ontvangen voor de regeling reductie energiegebruik woningen (RREW) van € 210.700 en extern advies warmtetransitie (EAW) van
€20.660. Deze bedragen staan zowel bij de inkomsten als de uitgaven begroot. In 2021 was een budget begroot van € 209.000 voor de uitvoering van het klimaatakkoord. De toegerekende salarislasten waren in 2021 € 88.000 hoger begroot dan in 2022.

Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen): De bedragen bestaan uit de geraamde kosten en opbrengsten van de grondexploitatie De Volgerlanden. Deze lasten en baten verschillen doordat het project in ontwikkeling is. De verschillen lopen binnen het programma budgettair neutraal.

Wonen en bouwen: Er zijn meer baten aan leges bouwvergunningen begroot in 2022 dan in 2021.

Verschil begroting 2022 t.o.v. realisatie 2020:

Beheer overige gebouwen en gronden: In 2020 zijn kosten gemaakt voor de gebiedsvisie Centrum
(€ 124.000), voor de planvorming woningbouw Noordoevers (€ 127.000) en voor de in 2019 verkochte gemeentewerf (€ 42.000). De boekwaarde van de strategische gronden Centrumgebied is in 2020 afgeboekt naar lagere marktwaarde. Afgeboekt is een bedrag van € 489.000. Daarnaast is in 2020 een perceel grond met bebouwing gelegen aan de Willem de Zwijgerstraat verkocht waarbij een boekwinst is gerealiseerd van € 1.731.000. In 2022 zijn meer uren begroot (€ 63.000) dan in 2020 is toegerekend aan dit taakveld. Omdat de voormalige school aan de Margrietstraat volledig is afgeschreven zijn de begrote kapitaallasten in 2022 € 43.000 lager.

Fysieke bedrijfsinfrastructuur: De bedragen bestaan uit de geraamde kosten en opbrengsten van de grondexploitatie Ambachtsezoom. Deze lasten en baten verschillen doordat het project in ontwikkeling is. De verschillen lopen binnen het programma budgettair neutraal.

Milieubeheer: In 2020 is een specifieke uitkering regeling reductie energiegebruik (RRE) ontvangen van € 319.741. Dit bedrag staat zowel bij de inkomsten als de uitgaven begroot.

Ruimtelijke ordening: In 2020 zijn aan dit taakveld minder salarislasten toegerekend (€ 74.000). De bijdrage aan de Landschapstafel is in 2022 € 11.000 lager begroot.

Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen): De bedragen bestaan uit de geraamde kosten en opbrengsten van de grondexploitatie De Volgerlanden. Deze lasten en baten verschillen doordat het project in ontwikkeling is. De verschillen lopen binnen het programma budgettair neutraal.

Wonen en bouwen: In 2020 zijn er meer uren toegerekend dan in 2022. In 2020 zijn er meer omvangrijke projecten aangevraagd dan wat er begroot is in 2022.

Toelichting: 3. Buitenruimte

Terug naar navigatie - Toelichting: 3. Buitenruimte

Verschil begroting 2022 t.o.v. begroting 2021:

Verkeer en vervoer: Er is een prijsindexatie doorgevoerd in 2022 om de gestegen kosten te dekken. In 2021 hebben we echter € 21.000 geraamd wat niet terug komt in 2022 voor innovatief vervoer over water. In 2022 hebben we hogere begrote totale afschrijvingslasten voornamelijk omdat we dan starten met afschrijven over de grote vervangingsinvestering van armaturen.

Openbaar vervoer: In 2022 wordt er groot onderhoud gepleegd plus constructieve aanpassing van de ponton van de waterbus.

Riolering: De baten in 2022 zijn hoger vanwege het toepassen van een prijsindex en areaaluitbreiding.

Afval: De lasten zijn verhoogd met de prijsindexatie. Daarentegen vallen meer dan € 200.000 aan lasten weg in 2022 doordat een grote investering van ondergrondse kliko systemen volledig afgeschreven is eind 2021.
We hebben extra baten geraamd bij de afvalstoffenheffing door het toepassen van een prijsindex en areaaluitbreiding en vanwege het trapsgewijs doorberekenen van de afvalstoffenbelasting in de heffing. Dat wil zeggen in 2021 voor een derde, in 2022 voor twee derde en vanaf 2023 volledig.
Vanaf 2022 wordt de afvalstoffenheffing met 10 euro per huishouden verhoogd.

Verschil begroting 2022 t.o.v. realisatie 2020:

Verkeer en vervoer: Door de zachte winter in 2020 hebben we minder kosten gemaakt dan dat er in 2022 begroot staan voor gladheidsbestrijding. Verder zijn in 2020 projecten van groot onderhoud wegen en kunstwerken doorgeschoven naar 2021 waardoor er in 2020 minder kosten zijn gemaakt dan dat er nu geraamd staan voor 2022. Daarnaast zijn de lasten van de kwartaalfactuur van HVC in 2022 anders verdeeld over de taakvelden in 2020. Dit is een neutrale wijziging maar zorgt wel bij taalvelden onderling voor een verschil.
In 2020 zijn er door de nutsbedrijven meer kabels en leidingen door onze wegen aangelegd dan we begroten in 2022. Door opzegging van reclamecontracten begroten we minder inkomsten dan in 2020. Daarnaast hadden we in 2020 incidentele inkomsten van schadevergoedingen.

Openbaar vervoer: In 2022 wordt er groot onderhoud gepleegd plus constructieve aanpassing van de ponton van de waterbus.

Openbaar groen: In 2020 hebben we een eindafrekening gehad op het bestek van het onderhoud aan de watergangen van de afgelopen jaren waardoor we in 2020 hogere lasten hadden dan dat er in 2022 geraamd staan. In 2020 zijn er kosten geweest voor het aanleggen van het Landje, deze kosten komen niet terug in 2022. In 2020 zijn er meer kosten gemaakt dan er geraamd staan in 2022.
Baggeren betreft een cyclus en in 2022 wordt er een groter deel areaal gebaggerd dan in 2020. Hierdoor is ook de bijdrage van riolering aan baggeren hoger. In 2022 zijn er extra lasten begroot voor het nieuwe bestek van groen wat is ingegaan in 2021.

Riolering: We hebben in 2020 meer kosten gemaakt voor de rioolaansluitingen omdat we meer rioolaansluitingen hebben gerealiseerd. Hier staan inkomsten van rioolaansluitingen tegenover. We hebben in 2020 meer aan mutaties voorziening riolering dan begroot in 2022. Dit heeft ermee te maken dat we precariobaten niet in de voorziening mogen verantwoorden maar moeten verantwoorden in een nieuw aangemaakte reserve riolering. Zoals bij openbaar groen aangegeven is de bijdrage van riolering aan baggeren in 2022 hoger omdat er meer kosten geraamd staan.

Daarnaast staan er voor 2022 meer salariskosten en kapitaallasten geraamd dan werkelijk in 2020. De hogere kapitaallasten in 2022 worden veroorzaakt door investeringen vanuit het GRP.

De baten in 2022 zijn hoger begroot dan werkelijk in 2020 ontvangen vanwege het toepassen van een prijsindex en areaaluitbreiding.

Afval: De lasten in 2022 zijn hoger vanwege het toepassen van een prijsindex en areaaluitbreiding. Daarnaast hebben we in 2020 eenmalig vergoedingen vanuit het afvalfonds ontvangen over voorgaande jaren waardoor de kosten toen lager waren. Er vallen meer dan € 200.000 aan lasten weg in 2022 doordat een grote investering van ondergrondse kliko systemen volledig afgeschreven is. In 2020 hebben we meer kosten gemaakt voor zwerfvuil, hier stond een subsidie tegenover.
Beide staan niet geraamd voor 2020. We hebben extra baten geraamd bij de afvalstoffenheffing door het toepassen van een prijsindex en areaaluitbreiding en vanwege het trapsgewijs doorberekenen van de afvalstoffenbelasting in de heffing. Dat wil zeggen in 2021 voor een derde, in 2022 voor twee derde en vanaf 2023 volledig. Vanaf 2022 wordt de afvalstoffenheffing met 10 euro per huishouden verhoogd.

Begraafplaatsen en crematoria: In 2020 heeft het uitvaartcentrum minder opbrengsten door de toen opgelegde corona-restricties. Daarnaast zijn de baten in 2022 zijn hoger vanwege het toepassen van een prijsindex.

Toelichting: 4. Veiligheid, dienstverlening, bestuur en middelen

Terug naar navigatie - Toelichting: 4. Veiligheid, dienstverlening, bestuur en middelen

Verschil begroting 2022 tov begroting 2021

Bestuur: In verband met de gemeenteraadverkiezingen is er in 2022 € 20.000 extra beschikbaar voor ondersteuning raad en commissies.
Tijdens de laatste aandeelhoudersvergadering van de VNG is besloten om de bijdrage voor projecten van de VNG te verhogen. De bijdrage op dit taakveld aan Bureau Drechtsteden en de groeiagenda is hoger. De overige verschillen zijn een gevolg van de indexering van lonen en prijzen.

Mutaties reserves en voorzieningen: De stelpost precario, die is ingezet in de bestemmingsreserve riolering van € 400.000 is in 2021 voor het laatst. In 2022 kan er geen precario meer worden geïnd. In 2021 is bij de Kadernota besloten een bedrag van € 300.000 te storten in de bestemmingsreserve organisatie ontwikkeling. In de algemene reserve is in 2021 het saldo van de jaarrekening 2020 gestort. Voor de verliesvoorziening van de Volgerlanden en het waterbusplein is een bedrag uit de algemene reserve projecten en de algemene reserve projecten onttrokken. In tabel 5 staat een uitsplitsing van de diverse stortingen en onttrekkingen.

Overhead: Op dit taakveld worden alle kosten die niet direct aan een project toe te rekenen zijn verantwoord. In 2021 is bij de Kadernota besloten om de formatie uit te breiden. In 2022 worden er minder loon- en overheadkosten toegerekend aan grexen.

Treasury: In 2021 hebben we zo'n € 71.000 euro meer rentekosten met betrekking tot grex'en ten opzichte van 2022. We hebben minder rentelasten Het omslagpercentage is gedaald van 0,8 naar 0,5. Derhalve zijn er minder rentelasten op investering in 2022.

OZB woningen: De inkomsten zijn toegenomen door de stijging van het aantal woningen.

Belastingen overig: In 2021 is er nog precario geheven. Vanaf 2022 is dit niet meer mogelijk.

Algemene uitkering: De uitkomsten van de circulaires verschillen per jaar. De uitkomsten van de meicirculaire zijn hier meerjarig verwerkt. In 2021 hebben we extra coronamiddelen ontvangen, deze staan als uitgaven geraamd op een stelpost.

Overige baten en lasten: De stelpost Toekomstige Onvoorziene Ontwikkelingen is in 2021 nog voor een deel beschikbaar. In 2022 is er een nieuwe stelpost toekomstige ombuigingen van € 1,5 miljoen opgenomen. Een incidentele bijdrage aan de pensioenfonds politieke ambtsdragers zorgt in 2021 voor een hogere bijdrage dan in 2022. In 2022 wordt het pensioen van een voormalig wethouder gedekt uit een voorziening.

Verschil begroting 2022 t.o.v. realisatie 2020:

Bestuur: In verband met de gemeenteraadverkiezingen is er in 2022 € 20.000 extra beschikbaar voor ondersteuning raad en commissies. Tijdens de laatste aandeelhoudersvergadering van de VNG is besloten om de bijdrage voor projecten van de VNG

te verhogen. De bijdrage op dit taakveld aan Bureau Drechtsteden en de groeiagenda is hoger. De overige verschillen zijn een gevolg van de indexering van lonen en prijzen. Door de corona waren de representatiekosten in 2020 in werkelijkheid veel lager. De bijdrage op dit taakveld aan bureau Drechtsteden en de groeiagenda is in 2022 hoger.

Mutaties reserves: In 2020 zijn er veel stortingen en onttrekkingen geweest. Het grootste verschil wordt veroorzaakt door de storting van Eneco gelden in de reserve strategische investeringen en algemene reserve Eneco. In tabel 5 staat een uitsplitsing van de diverse stortingen en onttrekkingen.

Overhead: Op dit taakveld worden alle kosten die niet direct aan een project toe te rekenen zijn verantwoord. In 2021 is bij de Kadernota besloten om de formatie uit te breiden. In 2022 is er een extra bijdrage aan het SCD in verband met ICT-verandert. In 2022 worden er minder loon- en overheadkosten toegerekend aan grexen.

Treasury: In 2020 hebben we leningen versneld afgelost, deze kosten komen niet terug in 2022. Door de lage rente is er een 2020 groot rentevoordeel voor de kapitaallasten van onze investeringen.

OZB woningen: De inkomsten zijn toegenomen door de stijging van het aantal woningen en door het toepassen van een prijsindex.

OZB niet-woningen: De baten in 2022 zijn hoger begroot dan werkelijk in 2020 ontvangen vanwege het toepassen van een prijsindex en omdat er minder OZB gebruikersheffing was ontvangen in 2020 door leegstand.

Belastingen overig: In 2020 is er nog precario geheven. Vanaf 2022 is dit niet meer mogelijk.

Algemene uitkering: De uitkomsten van de circulaires verschillen per jaar. De uitkomsten van de meicirculaire zijn hier meerjarig verwerkt.

Overige baten en lasten: In 2022 is er een nieuwe stelpost toekomstige ombuigingen van € 1,5 miljoen opgenomen. Een incidentele bijdrage aan de pensioenfonds politieke ambtsdragers zorgt in 2020 voor een hogere bijdrage dan in 2022. In 2022 wordt het pensioen van een voormalig wethouder gedekt uit een voorziening.

Openbare orde en veiligheid: Door corona is er in 2020 extra inzet van handhaving geweest.

 

3. Financiële aspecten

Terug naar navigatie - 3. Financiële aspecten

Overzicht baten en lastenprogramma's
De volgende tabel toont meerjarig de totale lasten en baten uitgesplitst naar de programma's. In tabel 4 worden de baten en lasten gepresenteerd exclusief de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves, dit leidt tot het geraamde resultaat van baten en lasten.
Ook worden de totale mutaties met de reserves getoond, en dat leidt tot het geraamde resultaat. In de daarop volgende tabel 5 zijn de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves uitgesplitst per reserve.

 

Tabel 4 - Baten en lasten op programma

 

Tabel 5 - Uitsplitsing mutaties op de reserves

 

Overzicht incidentele baten en lasten
Voor de beoordeling van de meerjarige financiële positie is het belangrijk om inzicht te hebben in de incidentele baten en lasten. Dit zijn posten die niet langer dan 3 jaar in de begroting zijn opgenomen. Structurele lasten dienen gedekt te worden door structurele baten.
In navolgende tabel zijn de incidentele baten en lasten (korter dan 4 jaar) opgenomen met een ondergrens van € 50.000.

 

Toelichting

Baten:

De kapitaallasten van de scholenbouw, fase 1, worden in 2021, 2022 en 2023 gedekt uit de daarvoor bij KN2020 ingestelde reserve.

De kosten voor bomensnoei en renoveren plantvakken worden gedekt door de onttrekkingen uit de tijdelijke bestemmingsreserve groen.

Tot 2023 kan het tekort bij de begraafplaats (deels) gedekt worden uit de reserve begraafplaatsen. De reserve wordt daarna opgeheven.


Kosten van ICT verandert komen ten laste van de algemene reserve.



Conform het vastgestelde beleidsplan wegen 2013 word er in 2022 € 130.000 onttrokken uit de reserve wegbeheer.

De tekorten/overschotten bij baggeren worden verrekend met de egalisatiereserve baggeren.
In de raad van 1 december 2016 is besloten de spoorfonds reserve tot en met 2027 te bestemmen voor incidentele subsidies i.h.k.v. de subsidieverordening Familie Spoor- fonds.


Reserve organisatie ontwikkeling met als doel het dekken van een traineeprogramma in 2022 en 2023.

 

Lasten:

 

Om toekomstige kosten voor groot onderhoud van het zwembad te dekken uit deze reserve wordt jaarlijks een toevoeging gedaan aan de reserve groot onderhoud zwembad.


In 2022 en 2023 is een regelanalist nodig voor de Omgevingswet.


De kosten voor bomensnoei en renoveren plantvakken worden gedekt door de ontrekkingen uit de tijdelijke bestemmingsreserve groen.


In 2021 en 2022 is incidenteel geld vrijgemaakt voor de sportvelden om aanpassingen te kunnen uitvoeren ten gevolge van de zorgplicht vanuit
de Wet Milieubeheer.


De extra budgetten toegekend aan groen nemen geleidelijk af. Bij de kadernota 2023 zal er structurele dekking gevonden moeten worden.


In 2022 wordt groot onderhoud gepleegd plus constructieve aanpassing van de ponton van de waterbus.


De lasten van het traineeprogramma in 2022 en 2023 worden gedekt door de reserve organisatie ontwikkeling.


De kosten van het project "ICT verandert" komen ten laste van de algemene reserve.


Er is tijdelijk extra capaciteit nodig voor het omzetten van het 'omgevingsplan van rechtswege' naar een 'omgevingsplan nieuwe stijl'.

 

Structurele mutaties reserves
Omdat de financiële positie van de gemeente in gevaar zou kunnen komen wanneer structurele lasten uit een reserve worden gedekt, wordt vanaf 2013 een overzicht van de structurele onttrekkingen uit reserves voorgeschreven.
Een onttrekking aan een reserve moet gezien worden als een incidentele baat, omdat een reserve op termijn uitgeput is.


In de tabel worden zowel de toevoegingen als de onttrekkingen weergegeven. Om een eventueel risico van uitputting van de reserve en ongedekte structurele lasten te duiden, zijn alleen de structurele onttrekkingen van belang.


Toelichting

Onttrekkingen


Er zijn structurele onttrekkingen om de afschrijvingslasten te dekken van het krediet Antoniuslaan vanuit de reserve kapitaallasten Antoniuslaan.

Er zijn structurele onttrekkingen om de afschrijvingslasten te dekken van het krediet Noordeinde vanuit de reserve kapitaallasten Noordeinde.

Investeringen
In navolgend overzicht staan de investeringen getotaliseerd naar economisch en maatschappelijk nut en naar programma voor de jaren 2022-2025.

In het raadsbesluit over deze meerjarenbegroting wordt verzocht de routine- en vervangingsinvesteringen voor het dienstjaar beschikbaar te stellen. Ook wordt verzocht de
kredieten voor 2021 beschikbaar te stellen zoals aangegeven in het GRP 2019-2023, het MOP, het beleidsplan openbare verlichting en het Beheer en onderhoudsplan oeverbescherming.


Tabel 8

 

Reserves en voorzieningen
In navolgend overzicht wordt de omvang van de reserves en voorzieningen in meerjarig perspectief gepresenteerd.

 

Geprognoticeerde balans

Tabel 10


In navolgend overzicht wordt de ontwikkeling van de financiering weergegeven. Dit geeft een beeld van het financieringstekort c.q. -overschot.

Tabel 11