Financiële begroting

1. Inleiding

Terug naar navigatie - 1. Inleiding

De financiële begroting bevat een nadere toelichting op de financiële positie van de gemeente. De toelichting begint met een uiteenzetting over de ontwikkeling van de financiële positie na vaststelling van de meerjarenbegroting 2020 en verder. Vervolgens komen een aantal specifieke financiële aspecten aan de orde, zoals het totaal van baten en lasten per programma, de incidentele baten en lasten, een samenvatting van nieuwe en/of geïntensiveerde exploitatiekosten, investeringen en de reservepositie.

NB In alle financiële tabellen zijn de bedragen afgerond op duizendtallen. Hierdoor kunnen in enkele eindtellingen afrondingsverschillen ontstaan. Dit heeft geen invloed op de daadwerkelijke cijfers.

2. Ontwikkeling financiële positie

Terug naar navigatie - 2. Ontwikkeling financiële positie

Van Meerjarenbegroting 2020 naar Meerjarenbegroting 2021

Het financiële overzicht ziet er als volgt uit:

 

Tabel 1

Let op: - = voordeel

2021

2022

2023

2024

Saldo meerjarenbegroting 2020

-339

-195

-195

-551

 

Kadernota 2021-2024

 

88

 

360

 

449

 

628

Saldo Kadernota

-251

165

254

77

 

Algemene uitkering

 

-396

 

-633

 

-382

 

-245

Financiering

-147

-207

-180

-223

Afval

130

130

130

130

Afval belasting extra heffing

-110

-201

-292

-292

GRD acualisatie

183

63

-7

-7

Stelpost scholen

-80

-185

-105

 

Begraafplaats

-21

-79

-91

-141

Diversen

46

-7

7

-36

Toekomstige Onvoorziene Ontwikkelingen

583

591

674

760

Saldo begroting 2021-2024

-63

-363

8

23

 

Incidentele baten en lasten

 

47

 

203

 

-243

 

-107

Structureel en reëel resultaat

-16

-160

-235

-85

Toelichting
Algemene uitkering: Dit is de uitwerking van de meicirculaire.

Financiering: De kosten voor het aantrekken van leningen zijn een afgeleide van hetgeen in de begroting plaatsvindt. Veranderingen in de grondexploitaties en investeringen vinden hun weerslag in de financieringsbehoefte. De rente is momenteel heel erg laag, zodat de prognose voor rentekosten op nog aan te trekken geldleningen naar beneden is aangepast. En de reserve strategische investeringen fungeert ook als financieringsbron zolang besteding nog niet heeft plaatsgevonden.

Afval: De verwerkingskosten voor afval stijgen sterker dan de prijsindex waar wij in de begroting rekening mee houden. En er is op basis van actuele marktontwikkelingen rekening gehouden met lagere opbrengsten voor oud papier en karton en textiel.

Afvalheffing: De rijksbelasting wordt stapsgewijs in 3 jaar doorgerekend in het tarief. GRD: De verwerking van de begroting 2021van de GRD.

Stelpost scholen: De opgenomen stelpost van de scholen 2e fase wordt 2 jaar doogeschoven. Begraafplaats: dit betreft een correctieboeking.
Diversen: diverse kleine aanpassingen.

Toekomstige onvooorziene ontwikkelingen: een stelpost (zie hieronder voor de berekening)

Onzekerheden

2021

2022

2023

2024

gele lijn GRD ipv -2%, -4%, -6% en -8%

Scenario 2b tov 2a SOJ aanpassing verdeelsleutels SDD herverdeling Alg. Uitk.

Corona kosten (netto = na rijksvergoeding)

270

496

pm

pm 400

455

527

pm

pm 200

710

538

pm

pm 100

975

544

pm pm

totaal

1.166

1.182

1.348

1.519

totaal maal 50 % kans

583

591

674

760

Uitgangspunten

Tabel 2

 

 

2021

2022

2023

2024

Woningprognose

12.372

12.670

12.809

12.939

Inwonerprognose

31.278

32.031

32.383

32.711

Prijsstijging

1,8%

0,0%

0,0%

0,0%

Subsidies

2,2%

0,0%

0,0%

0,0%

Loonstijging

2,6%

0,0%

0,0%

0,0%

Omslagrente

0,8%

0,8%

0,8%

0,8%

Kapitaallasten

Annuitair

Annuitair

Annuitair

Annuitair

Algemene uitkering

(meicirculaire)

Lopende prijzen

Constante prijzen

Constante prijzen

Constante prijzen

Van realisatie 2019 naar begroting 2020 naar begroting 2021.
In navolgend overzicht worden aanmerkelijke verschillen tussen de begroting 2021 en de begroting 2020 en realisatie 2019 toegelicht. Een aanmerkelijk verschil is een verschil groter dan € 50.000 op taakveldniveau.

Toelichting:

1. Sociaal, Welzijn en Educatie

Verschil begroting 2021 t.o.v. begroting 2020:

Onderwijshuisvesting: In 2021 is meer begroot aan toegerekende salarislasten t.o.v. 2020.

Onderwijsbeleid en leerlingenzaken: In 2020 zijn zowel de inkomsten als de uitgaven voor Hi5 hoger begroot als gevolg van meer inkomsten door cofinanciering van derden en meer uitgaven door afname van meer producten van Hi5. Daarnaast waren in 2020 de toegerekende salarislasten hoger begroot dan in 2021.

Sportbeleid en activering: In 2021 is € 30.000 meer begroot aan toegerekende salarislasten.

Sportaccommodaties: In 2020 staat de afboeking van de boekwaarde van de toplaag van veld 2 begroot van € 51.000.

Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie: In 2020 waren de toegerekende salarislasten hoger begroot dan in 2021.

(Openlucht) recreatie: In 2020 stond de aanpak speelruimtes begroot voor € 250.000.

Samenkracht en burgerparticipatie: In 2020 waren kosten begroot van € 36.000 voor de realisatie van de sociale kaart app en € 148.000 voor de uitvoering van het plan van aanpak begeleiding statushouders 2020. In 2021 is € 92.000 meer begroot aan toegerekende salarislasten dan in 2020.

Wijkteams: Het verschil wordt veroorzaakt door het verschil in de begroting van de Serviceorganisatie Jeugd (jeugdteams).

Inkomensregelingen: De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de SDD. Het betreft de inkomensondersteuning en uitvoeringstaken van de SDD voor inkomensregelingen.
Vanuit het rijk krijgen we meer geld voor inkomensondersteuning.

Arbeidsparticipatie: De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de SDD. Het betreft hier de uitvoeringstaken van de SDD voor arbeidsparticipatie.

Maatwerkvoorzieningen (WMO): De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de SDD. Het betreft hier een hogere bijdrage voor WMO hulpmiddelen.

Maatwerkdienstverlening 18+: De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de SDD. Dit betreft extra lasten voor WMO huishoudelijke hulp, Drechthopper en de WMO Begeleiding en kortdurend verblijf.

Maatwerkdienstverlening 18-: Het verschil wordt veroorzaakt door het verschil in de begroting van de Serviceorganisatie Jeugd.

Geëscaleerde zorg 18-: Het verschil wordt veroorzaakt door het verschil in de begroting van de Serviceorganisatie Jeugd (jeugdbescherming).

Volksgezondheid: De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de Dienst Gezondheid en Jeugd.

Verschil begroting 2021 t.o.v. realisatie 2019:

Onderwijshuisvesting: In 2021 zijn de kapitaallasten begroot van de nieuwbouw van de Willem de Zwijgerschool en De Dukdalf voor totaal € 150.000.

Onderwijsbeleid en leerlingenzaken: In 2019 zijn zowel de baten als de lasten € 100.000 lager als gevolg van een lagere ontvangen specifieke uitkering voor onderwijsachterstandenbeleid. In 2019 was voor een bedrag van € 68.000 meer cofinanciering van derden ontvangen voor Hi5 dan is begroot in 2021.

Sportaccommodaties: In 2019 is het oude binnenzwembad buiten gebruik gesteld en is de boekwaarde van € 719.000 afgeboekt. De kapitaallasten in 2021 zijn € 96.000 hoger begroot, voornamelijk als gevolg van de kapitaallasten van het nieuwe binnenzwembad. In 2021 is voor de huurinkomsten van zwembad de Louwert € 99.000 meer begroot.

Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie: In 2019 is de boekwaarde van het Jeugdspeelpark van € 1.182.000 afgeboekt. Daarnaast zijn er in 2019 kosten gemaakt voor de renovatie van de Ridderhal, voor nieuwe dakbedekking en zonnepanelen op het Baxhuis en voor de renovatie en asbestsanering van Den Brommert.

Samenkracht en burgerparticipatie: De kosten van leefbaarheid waren in 2019 € 45.000 lager doordat bepaalde activiteiten niet zijn doorgegaan of zijn uitgelopen naar 2020. In 2019 waren de toegerekende salarislasten € 91.000 lager dan begroot in 2021.

Inkomensregelingen: De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de SDD. Het betreft de inkomensondersteuning en uitvoeringstaken van de SDD voor inkomensregelingen.
Vanuit het rijk krijgen we meer geld voor inkomensondersteuning.

Begeleide participatie: De bijdrage aan Drechtwerk is in 2021 hoger dan in 2019.

Maatwerkvoorzieningen (WMO): De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de SDD. Het betreft hier een hogere bijdrage voor WMO hulpmiddelen.

Maatwerkdienstverlening 18+: De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de SDD. Dit betreft extra lasten voor WMO huishoudelijke hulp, Drechthopper en de WMO Begeleiding en kortdurend verblijf.

Maatwerkdienstverlening 18-: Het verschil wordt veroorzaakt door het verschil in de begroting van de Serviceorganisatie Jeugd.

Geëscaleerde zorg 18+: In 2019 is er een afrekening ontvangen voor uitvoering beschermd wonen en opvang voor totaal € 663.000 (Dordrecht is centrum gemeente). Voor 2021 is de verwachte afrekening voorzichtig geraamd op € 400.000.

Volksgezondheid: De verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de begroting van de Dienst Gezondheid en Jeugd. In 2019 is ingehuurd ten laste van dit taakveld.

2. Ruimtelijke ordening, economie en wonen

Verschil begroting 2021 t.o.v. begroting 2020:

Beheer overige gebouwen en gronden: In 2020 waren uitgaven (€ 115.000) en inkomsten (€ 60.000) begroot ten behoeve van planvorming woningbouw Noordoevers. De toegerekende salarislasten waren in 2020 € 53.000 hoger dan in 2021.

Fysieke bedrijfsinfrastructuur: De bedragen bestaan uit de geraamde kosten en opbrengsten van de grondexploitatie Ambachtsezoom. Deze lasten en baten verschillen doordat het project in ontwikkeling is. De verschillen lopen binnen het programma budgettair neutraal.

Milieubeheer: In 2020 was een budget begroot van € 237.000 voor de uitvoering van het klimaatakkoord. In 2020 is een specifieke uitkering reductie energiegebruik ontvangen van € 320.000, dit bedrag staat zowel bij de inkomsten als de uitgaven begroot. De toegerekende salarislasten waren in 2020 € 72.000 lager begroot dan in 2021.

Ruimtelijke ordening: In 2020 waren kosten begroot van € 10.500 voor klimaatadaptatie en € 15.000 voor ontwikkelmogelijkheden van enkele percelen langs de Noordeinde. Tevens zijn in 2020 kosten begroot voor de bijdrage aan Bureau Drechtsteden van € 32.000.

Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen): De bedragen bestaan uit de geraamde kosten en opbrengsten van de grondexploitatie De Volgerlanden. Deze lasten en baten verschillen doordat het project in ontwikkeling is. De verschillen lopen binnen het programma budgettair neutraal.

Wonen en bouwen: In 2021 zijn er meer uren toegerekend dan in 2020. In 2021 zijn de inkomsten op leges bouwvergunningen € 77.000 hoger begroot dan in 2020 als gevolg van de omvangrijke grote projecten die in 2021 worden verwacht.

Verschil begroting 2021 t.o.v. realisatie 2019:

Beheer overige gebouwen en gronden: De ontbinding van de samenwerkingsovereenkomst project Noordoevers in 2019 heeft geresulteerd in extra uitgaven (€ 3.458.000) en inkomsten (€ 2.986.000). In 2019 is de boekwaarde van de gemeentewerf van € 210.000 via dit taakveld ten laste van het investeringsbudget Grotenoord-Veerweg gebracht en staat daarom zowel bij de uitgaven als de inkomsten verantwoord. In 2019 is de gemeentewerf verkocht waarbij een boekwinst van €
1.260.000 ten gunste van dit taakveld is geboekt en is een stuk grond bij WC de Schoof verkocht voor € 54.000.

Fysieke bedrijfsinfrastructuur: De bedragen bestaan uit de geraamde kosten en opbrengsten van de grondexploitatie Ambachtsezoom. Deze lasten en baten verschillen doordat het project in ontwikkeling is. De verschillen lopen binnen het programma budgettair neutraal.

Milieubeheer: In 2019 waren bijdragen van derden ontvangen van € 55.000 voor de projectorganisatie Aardgasvrij en is een subsidie ontvangen van de provincie Zuid-Holland van €
27.000 voor de doorontwikkeling van een digitaal energieloket.

Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen): De bedragen bestaan uit de geraamde kosten en opbrengsten van de grondexploitatie De Volgerlanden. Deze lasten en baten verschillen doordat het project in ontwikkeling is. De verschillen lopen binnen het programma budgettair neutraal.

Wonen en bouwen: In 2019 zijn er meer omvangrijke projecten aangevraagd dan wat er begroot is in 2021.

3. Buitenruimte

Verschil begroting 2021 t.o.v. begroting 2020:

Openbaar groen: In 2021 is er € 700.000 extra geraamd waarvan een deel bestemd is voor het snoeien van bomen en een deel voor renovatie plantvakken. In 2020 waren er € 185.000 extra kosten voor Het Landje, maar deze kosten doen zich niet voor in 2021. Ook zijn er in 2021 € 50.000 meer aan salarislasten geraamd dan in 2020.

Afval: Er zijn in 2021 extra lasten begroot om de gestegen kosten van HVC te dekken. We hebben extra baten geraamd bij de afvalstoffenheffing voornamelijk vanwege het trapsgewijs doorberekenen van de afvalstoffenbelasting in de heffing gaan doorrekenen. Dat wil zeggen in 2021 voor een derde, in 2022 voor twee derde en vanaf 2023 volledig.

Begraafplaatsen en crematoria: Voor begraafplaats Waalhof stond in 2020 € 58.000 extra geraamd voor renovatie. Deze kosten komen niet terug in 2021. Vanaf 2021 gaan we een voorziening vormen voor onderhoud, de toevoeging hiervan bedraagt € 89.000. Daarnaast hebben we ook meer inkomsten geraamd conform het nieuwe beleidsplan.

Verschil begroting 2021 t.o.v. realisatie 2019:

Verkeer en vervoer: De werkelijke lasten voor groot onderhoud waren in 2019 € 934.000 lager geraamd dan in 2021. Dit komt doordat er in 2019 projecten doorgeschoven zijn naar 2020.
Daarnaast hebben we in 2019 € 40.000 meer uitgegeven dan nu geraamd voor inhuur van een verkeerskundige. De rentelasten zijn in 2021 lager geraamd door een gedaalde rente en in 2021 zijn er minder inhuurkosten geraamd dan gemaakt in 2019.
Tot slot is in 2019 de gemeentewerf verkocht. De opbrengst ten gunste van dit taakveld bedraagt ruim € 300.000.

Openbaar groen: In 2021 is er ruim € 700.000 extra geraamd dan in 2019 besteed. Een deel hiervan is bestemd voor de snoei van bomen en een deel voor renovatie plantvakken. In 2021 is er € 125.000 meer geraamd voor baggeren dan werkelijk uitgegeven in 2019. Dit komt omdat in 2019 kosten voor het baggeren zijn doorgeschoven naar 2020. Daarnaast zijn er meer kosten voor inhuur gemaakt in 2019 dan in 2021 geraamd.

Riolering: De baten in 2021 zijn hoger begroot dan werkelijk in 2018 ontvangen vanwege het toepassen van een prijsindex en areaaluitbreiding.

Afval: Er zijn meer lasten geraamd in 2021 dan werkelijk in 2019 omdat de kosten van HVC zijn gestegen. Daarnaast hadden we meer zwerfvuil lasten in 2019. Hier stond toen een bijdrage van Nedvang aan de inkomstenkant tegenover. Daarnaast hebben we minder afschrijvingslasten begroot in 2021 omdat een deel van de ondergrondse containers volledig afgeschreven zijn en we hebben lagere rentelasten doordat de rente is gedaald.
De baten in 2020 zijn hoger begroot dan werkelijk in 2019 ontvangen vanwege het toepassen van een prijsindex en areaaluitbreiding. In 2019 hadden we ook nog meer dan € 100.000 werkelijke inkomsten voor zwerfvuil vanwege een vergoeding van Nedvang. Hier stond toen ook hetzelfde bedrag aan kosten tegenover.

Begraafplaatsen en crematoria: De begrote kosten in 2021 zijn voornamelijk hoger door de hogere begrote personele lasten en doordat we in 2021 starten met afschrijven over de aangelegde drainage bij begraafplaats Achterambacht.

4. Veiligheid, dienstverlening, bestuur en middelen

Verschil begroting 2021 t.o.v. begroting 2020:

Bestuur: De stelpost precario, welke is ingezet in de voorziening riolering is in 2020 € 100.000 lager dan in 2021. De bijdrage op dit taakveld aan Bureau Drechtsteden is hoger. De overige verschillen zijn een gevolg van de indexering van lonen en prijzen.

Mutaties reserves en voorzieningen: Het grootste verschil wordt veroorzaakt door de storting van Eneco gelden in de reserve strategische investeringen en algemene reserve Eneco. In tabel 5 staat een uitsplitsing van de diverse stortingen en onttrekkingen.

Overhead: Op dit taakveld worden alle kosten die niet direct aan een project toe te rekenen zijn verantwoord. De bijdrage op dit taakveld aan Bureau Drechtsteden is overgeheveld naar taakveld bestuur. Er zijn in 2021meer loonkosten toegerekend aan taakvelden, investeringen en grexen.

Treasury: Het verschil wordt veroorzaak door de verkoop van de Eneco aandelen.

OZB woningen: De inkomsten OZB zijn toegenomen als gevolg van de stijging van het aantal woningen.

Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds: De uitkomsten van de circulaires verschillen per jaar. De uitkomsten van de meicirculaire zijn hier meerjarig verwerkt.

Overige baten en lasten: Vanwege de vele onzekerheden is vanaf 2021 de stelpost Toekomstige Onvoorziene Ontwikkelingen opgenomen. Een bijdrage aan het pensioenfonds politieke ambtsdragers zorgt in 2020 voor een hoger bedrag dan 2021.

Verschil begroting 2021 t.o.v. realisatie 2019:

Bestuur: De stelpost precario, welke is ingezet in de voorziening riolering is in 2019 € 200.000 lager dan in 2021. De bijdrage op dit taakveld aan Bureau Drechtsteden is hoger. De overige verschillen zijn een gevolg van de indexering van lonen en prijzen.

Mutaties reserves: In 2019 zijn er vele stortingen en onttrekkingen geweest. In tabel 5 staat een uitsplitsing van de diverse stortingen en onttrekkingen.

Overhead: Op dit taakveld worden alle kosten die niet direct aan een project toe te rekenen zijn verantwoord. De hogere bedragen zijn het gevolg van loon en prijsstijging. In 2019 waren diverse medewerkers gedetacheerd.

Treasury: In 2019 is er nog dividend van Eneco ontvangen. Vanaf 2021 zijn de verwachte rentelasten in leningen lager.

OZB woningen: De inkomsten OZB zijn toegenomen als gevolg van de stijging van het aantal woningen.

Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds: De uitkomsten van de circulaires verschillen per jaar. De uitkomsten van de meicirculaire zijn hier meerjarig verwerkt.

Overige baten en lasten: Vanwege de vele onzekerheden is vanaf 2021 de stelpost Toekomstige Onvoorziene Ontwikkelingen opgenomen. Een incidentele bijdrage aan het pensioenfonds politieke  ambtsdragers zorgde in 2019 voor een hogere uitgave dan in 2021. Daarnaast is er in 2019 een bedrag van

€ 100.000 uitgegeven voor de realisatie van toonkamers en opslag voor de collectie Spoor in Den Brommert. Die kosten zijn er in 2021 niet. In 2019 is de voorziening voormalig personeel vrijgevallen.

Crisisbeheersing en Brandweer: De nieuwe verdeelsystematiek met de Veiligheidsregio geeft een verhoging van de lasten in 2021. In 2019 zit in de positieve afrekening van 2018 van de VRZHZ.

Openbare orde en veiligheid: Bij de Kadernota 2020 was geld beschikbaar gesteld voor het handhavingsplan, in 2019 ging dat om een half jaar. Bovendien worden meer uren toegerekend aan het taakveld.

3. Financiële aspecten

Terug naar navigatie - 3. Financiële aspecten

Overzicht baten en lastenprogramma's
De volgende tabel toont meerjarig de totale lasten en baten uitgesplitst naar de programma's. In tabel 4 worden de baten en lasten gepresenteerd exclusief de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves, dit leidt tot het geraamde resultaat van baten en lasten.
Ook worden de totale mutaties met de reserves getoond, en dat leidt tot het geraamde resultaat. In de daarop volgende tabel 5 zijn de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves uitgesplitst per reserve.

Tabel 4 - Baten en lasten op programma

 

Tabel 5 - Uitsplitsing mutaties op de reserves

Overzicht incidentele baten en lasten
Voor de beoordeling van de meerjarige financiële positie is het belangrijk om inzicht te hebben in de incidentele baten en lasten. Dit zijn posten die niet langer dan 3 jaar in de begroting zijn opgenomen. Structurele lasten dienen gedekt te worden door structurele baten.
In navolgende tabel zijn de incidentele baten en lasten (korter dan 4 jaar) opgenomen met een ondergrens van € 50.000.

Tabel 6

Toelichting
Baten:
De kapitaallasten van de scholenbouw, fase 1, worden in 2021, 2022 en 2023 gedekt uit de daarvoor bij KN2020 ingestelde reserve.

De kosten voor bomensnoei en renoveren plantvakken worden gedekt door de ontrekkingen uit de tijdelijke bestemmingsreserve groen. Tot 2022 kan het tekort bij de begraafplaats (deels) gedekt worden uit de reserve begraafplaatsen. De reserve wordt daarna opgeheven. Conform het vastgestelde beleidsplan wegen 2013 word er in 2021 en 2022 € 130.000 ontrokken uit de reserve wegbeheer.
De tekorten/overschotten bij baggeren worden verrekend met de egalisatiereserve baggeren.

In de raad van 1-12-2016 is besloten de spoorfonds reserve t ot en met 2027 te bestemmen v oor incidentele subsidies
i.h.k.v. de subsidieverordening Familie Spoor- fonds.
Conform het vastgestelde meerjaren onderhoudsplan wordt er jaarlijks € 9.514 ontrokken uit de reserve MOP.

Lasten:
Om toekomstige kosten voor groot onderhoud van het zwembad te dekken uit deze reserve wordt er jaarlijks een toevoeging gedaan aan de reserve groot onderhoud zwembad.

De kosten voor bomensnoei en renoveren plantvakken worden gedekt door de ontrekkingen uit de tijdelijke bestemmingsreserve groen.

In 2021 en 2022 is er incidenteel geld vrijgemaakt voor de sportvelden om aanpassingen te kunnen uitvoeren ten gevolge van de zorgplicht vanuit de Wet Milieubeheer.

De extra budgetten toegekend aan groen nemen geleidelijk af omdat als de plantvakken gerenoveerd worden de verwachting is dat de onderhoudskosten ook afnemen.

Structurele mutaties reserves
Omdat de financiële positie van de gemeente in gevaar zou kunnen komen wanneer structurele lasten uit een reserve worden gedekt, wordt vanaf 2013 een overzicht van de structurele onttrekkingen uit reserves voorgeschreven.
Een onttrekking aan een reserve moet gezien worden als een incidentele baat, omdat een reserve op termijn uitgeput is.

In de tabel worden zowel de toevoegingen als de onttrekkingen weergegeven. Om een eventueel risico van uitputting van de reserve en ongedekte structurele lasten te duiden, zijn alleen de structurele onttrekkingen van belang.

Toelichting
Onttrekkingen
Er zijn structurele ontrekkingen om de afschrijvingslasten te dekken van het krediet Antoniuslaan vanuit de reserve kapitaallasten Antoniuslaan.

Er zijn structurele ontrekkingen om de afschrijvingslasten te dekken van het krediet Noordeinde vanuit de reserve kapitaallasten Noordeinde.

Investeringen
In navolgend overzicht staan de investeringen getotaliseerd naar economisch en maatschappelijk nut en naar programma voor de jaren 2021-2024.

In het raadsbesluit over deze meerjarenbegroting wordt verzocht de routine- en vervangingsinvesteringen voor het dienstjaar beschikbaar te stellen. Ook wordt verzocht de kredieten voor 2021 beschikbaar te stellen zoals aangegeven in het GRP 2019-2023, het MOP, het beleidsplan openbare verlichting en het Beheer en onderhoudsplan oeverbescherming.

Reserves en voorzieningen
In navolgend overzicht wordt de omvang van de reserves en voorzieningen in meerjarig perspectief gepresenteerd.

Geprognoticeerde balans

Tabel 10

In navolgend overzicht wordt de ontwikkeling van de financiering weergegeven. Dit geeft een beeld van he financieringstekort c.q. -overschot.

Tabel 11

Tabel 12